Tonnie Hendriks (65) en Tom Hendriks (44) zijn de keeperstrainers van rksv Brakkenstein. Vader en zoon trainen met veel enthousiasme de categorie tot en met 17 jaar en daarnaast de selectie plus A jeugd. Voor Tonnie is dit het vierde seizoen bij Brakkenstein, voor Tom het eerste. Tonnie is een echte veteraan, met ruim 35 jaar ervaring als keeper. Eerst bij SCH, later bij SV Nijmegen en bij Krayenhoff. Hij heeft in zijn jeugd één jaar bij de KNVB-selectie gezeten en hij was in het verleden trainer bij de Treffers.
Sinds wanneer voetballen jullie en voetballen jullie nog?
Tom: “Ik voetbal vanaf mijn zesde. Op twaalfjarige leeftijd kreeg ik een zware blessure: van de knie tot aan de heup was het op drie plaatsen gebroken. Het net van de goal hing te slap. Ik sprong omhoog en ik viel met mijn ene been in het net. Ik lag zes weken in het ziekenhuis. Door deze blessure heb ik minder kracht in mijn linkerbeen. Toch ben ik wel weer bezig. Ik keep inmiddels vijf jaar in de zaal in het wijkcentrum Ark van Oost bij de 35+ competitie.”
Tonnie, klopt het dat jij ook in de Ark van Oost speelt?
Tonnie: “Ja, ik speel daar in het vriendenteam als keeper. Velen van hen hebben bij Juliana gevoetbald. Ik kan heel hoog springen tijdens het keepen door mijn korte spieren. Verder voetbal ik nog bij SV Nijmegen. Ik voetbal vanaf mijn vijfde, dus al bijna 61 jaar. Nee, ik heb nooit bij Brakkenstein gespeeld.”
Hoe zijn de keeperstrainingen bij Brakkenstein begonnen?
Tonnie: “Frank Orth heeft de keeperstrainingen hier opgezet en hij benaderde mij om het samen te doen, omdat ik ook een keepersachtergrond heb. Ik vind het super leuk om met jeugd te werken. Zo is het tot stand gekomen. Het gaat mij erom dat er beleving is. Als dat er is, dan hebben wij ook schik. Ik merk dat de drive er is bij ieder kind dat er loopt.”
Waar kijk je naar bij een jonge keeper?
“De souplesse, het soepel kunnen zijn”, aldus Tonnie. “Ook het vallen is heel belangrijk. Als je verkeerd valt, krijg je blessures. Eerst rustig op de grond met je knie, met je arm, je been voor je lichaam leggen en je handen achter de bal houden. De bal moet in een kom vallen. Soms gebruik je je voeten, maar alleen wanneer het nodig is. Je moet proberen met je lichaam achter de bal te komen, altijd. Een keeper is snel en attent.”
Kan iedereen keeper worden?
“Nee”, zegt Tonnie. “Het heeft met de houding te maken. Je moet niet twijfelen met uitkomen. Als je gaat, dan moet je ook doorlopen, anders ben je te laat. Bij vrije trappen en corners zet je mensen neer. Daar heb je als speler naar te luisteren. Jij hebt als keeper overzicht. Heb je vier man nodig, dan moet er vier man staan.”
Hoe herken je keeperstalent?
Als eerste kijkt Tonnie naar de uitstraling: “Hier sta ik, ik ben de keeper. Gebekt, je mondje gebruiken. Ik ben er, kom maar op. Een keeper is een eenling. Je merkt het aan hoe keepers zich opstellen, hoe ze voor de bal gaan. Je moet als keeper geconcentreerd blijven. Keepers staan altijd in een gespannen houding om een afzet te kunnen maken, om uit te komen. Zij zijn nergens bang voor. Een keeper coacht het team. Hij is de laatste man en hij heeft het overzicht in het veld.”
Hoe kan een keeper het beste duiken?
Tom: “Je moet als keeper op de zijkant duiken en je lichaam zo lang mogelijk proberen te maken. Als je een hoge bal hebt, hij komt rechts van je, dan moet je je linkerarm gebruiken. De bal over het goal tikken, over het doel heen. Nooit proberen de bal te pakken als hij boven je komt, want dan heb je kans dat hij achter je erin valt.”
Wie is de beste keeper ter wereld?
“Voor Nederland was dat Edwin van der Sar: de meest complete keeper”, zeggen Tonnie en Tom instemmend. “Als we nu moeten kiezen, de Belgische keeper van Real Madrid, Thibaut Courtois. Hij heeft lengte en hij kan de goede posities innemen: een stap naar voren, dan kun je afzet maken. Dat is zo belangrijk als keeper.”
Blijf op de hoogte en schrijf je in voor de nieuwsbrief van rksv Brakkenstein